Iets een plaatsje geven…? 4 Tips voor verwerking!

verdriet

Soms gebeuren er heftige dingen in je leven die een grote impact hebben. Het overlijden van een dierbare, het verlies van je baan, het verdriet van je kinderen, een traumatische ervaring zoals een inbraak of overval. Deze gebeurtenissen maken grote indruk. Je wereld staat voor korte of langere tijd stil lijkt het wel. Je bent volledig uit balans, je bent jezelf niet, je hebt even geen ruimte voor dagelijkse beslommeringen en je functioneert niet zoals gebruikelijk. Je hebt tijd nodig om het te verwerken. Ook kleinere voorvallen die je verdriet doen kunnen dit effect hebben, alleen al een opmerking over jou of je kinderen.

Herken je dat? Hoe ga jij daar mee om? De een wil graag praten, de ander juist niet. De een heeft behoefte om er niet aan te denken en door te werken, de ander blijft liever dagen huilend onder de dekens. De kern is echter bij iedereen hetzelfde. Je hebt pijn. Heftige pijn die je niet wil voelen. Dus je gaat een methode inzetten om die pijn te vermijden. We noemen dat verwerking. Je pakt je dagelijkse dingen weer op en na een tijdje krijg je de vraag of je het al een plaatsje hebt kunnen geven. Maar wat zijn we nu eigenlijk aan het doen, in de fase die we verwerking noemen? Is dat echt verwerking? Geven we het een plaatsje? Of stoppen we het weg? Ver weg, zodat je er niet meer aan denkt, het niet meer voelt, er geen last meer van hebt. Denk je …

Dat wegstoppen kunnen we heel erg lang volhouden. Dagen, maanden, zelfs jaren. Totdat je merkt dat er ergens pijn in je lichaam ontstaat. Hoofdpijn, last van de rug of je schouders, hartklachten, een maagzweer, darmproblemen etc. Je lichaam roept je een halt toe en roept dat je je verdriet een plaatsje hebt gegeven …in je lichaam!! Maar je linkt die pijn niet meer aan je eerdere verdriet, dat is immers soms al van jaren geleden. Maar je hebt het niet verwerkt, je hebt het weggestopt en dat gaat op den duur problemen geven. HOE lang dat duurt weet je niet. WAAR de problemen ontstaan, dat hangt van het soort verdriet en je eigen zwakke plek af. Maar DAT het gaat gebeuren, is zeker!

Deze gedachte noemen we holistisch. Lichaam en geest zijn één en hebben dus invloed op elkaar. Als er problemen zijn met de geest, heeft dat invloed op het lichaam. Iets is holistisch wanneer er naar het geheel wordt gekeken en niet naar de som van de verschillende onderdelen. Als je lichamelijke problemen wil voorkomen zal je ervoor moeten zorgen dat je je verdriet ECHT verwerkt.

Pas als je er echt goed naar kijkt, contact mee maakt, het voelt en aanvaardt, kun je je verdriet ook loslaten! 

Maar daarvoor zal je eerst door het volgende heen moeten.

  1. Ontkenning
    In eerste instantie is de schok te groot, je beschermt je door de waarheid geheel af te wijzen. Dit geeft je de gelegenheid om de waarheid gedoseerd tot je te laten komen. Pas daarna ga je op zoek naar de feiten, de waarheid, de schuldige.
  2. Boosheid
    Je protesteert tegen de verdrietige ervaring en voelt hierbij veel woede. Vaak richt de woede zich ook (ten onrechte) tegen de brenger van het nieuws. Hierbij komen gedachten naar boven als: “Waarom ik?” of “Waarom nu”. Ook spelen gedachten van wraak. Soms probeer je iemand de schuld in de schoenen te schuiven. Door de schuld buiten jezelf te zoeken, ontwijk je het gevoel van verlies en verdriet.
  3. Onderhandelen en/of vechten
    Als je merkt dat boosheid niet helpt, probeer je het verlies te verwerken door je doelen te stellen of beloften te doen. Bijvoorbeeld naar de rechter stappen, of het recht in eigen hand nemen, een tegenaanval organiseren, wraak nemen, iemand stalken.
  4. Depressie
    Als het verdriet niet langer te ontkennen is en protesten, onderhandelingen, tegenaanvallen, etc. niet geholpen hebben, treedt vaak depressie op. De fase van het echt voelen van het verdriet, huilen, apathisch zijn, niets meer willen.
  5. Aanvaarding
    Na verloop van tijd zie je in dat de waarheid niet te bestrijden is en accepteer je het verdriet. Pas als er sprake is van volledige aanvaarding en acceptatie kan sprake zijn van loslaten en een volgende stap maken naar herstel.

 

Hoe kun je ervoor zorgen dat je deze fases doorloopt en dat je kunt loslaten? 4 tips. 

  1. Blijf je hangen in je boosheid? Dan heb je er misschien niet genoeg uiting aan gegeven. Ga dat dus doen! Ben boos, voel je woede en schreeuw het uit. Vind je dat lastig? Ga dan naar het bos, zoek een dikke boom uit en een stok en sla je woede kapot op de boom. Ga naar het strand als er veel wind staat en schreeuw tegen de bulderende golven. Hoe je dat doet maakt niet uit, maar zoek je woede op, voel ‘m goed en laat ‘m helemaal loskomen!

 

  1. Sta jezelf toe om je verdriet te voelen en geef er uiting aan. Huil en praat. Laat anderen zien dat je verdriet hebt. Je hoeft je verdriet echt niet voor jezelf te houden. Er is altijd wel IEMAND die je begrijpt. Je zult zien dat het delen van je verdriet je oplucht. Alleen al door te zeggen dat je verdrietig bent, zorgt ervoor dat je je iets beter voelt. Je erkent daardoor dat stukje van jezelf, dat mag er ook zijn. Je verdriet uiten bij een ander, door te praten of te huilen, versterkt dat gevoel.

 

  1. Heb je het idee dat er geen verdriet is of voel je het niet? Misschien betekent dat dat je je verdriet ontkent? Geef niemand de schuld. Wijs niet naar een ander, mopper niet op een ander. Ben eerlijk tegen jezelf. Maak contact met je verdriet. Ga dus in plaats van naar buiten, naar binnen, naar je eigen gevoel. Zonder je af, ga ergens rustig zitten met je ogen dicht en je voeten plat op de grond. Leg je handen op je buik. Geef aandacht aan je lichaam en voel wat er is. Ga daar met je aandacht naar toe. Is dat je verdriet? Geef het de ruimte. Je zult zien dat je nu gemakkelijker contact maakt.

 

  1. Hoe je kunt loslaten, dat lees je in de volgende blog